Woordenlijst
Adjuvante behandeling
Behandeling na een operatie. Als er een risico bestaat dat de kanker zich naar een ander deel van het lichaam kan verspreiden, wordt een adjuvante behandeling gebruikt. Het kan gaan om chemotherapie, radiotherapie, hormoontherapie of gerichte therapieën zoals anti-HER2-therapie.
Cel
De kleinste eenheid van een weefsel waaruit elk levend wezen bestaat. Cellen hebben een zeer gespecialiseerde structuur en functie.
Chemotherapie
Behandeling met bepaalde medicijnen die de groei van kankercellen vernietigen of vertragen.
Klinisch onderzoek
Een onderzoeksstudie waarbij patiënten wetenschappers helpen bij het evalueren van manieren om ziekten te voorkomen, op te sporen, te diagnostiseren of te behandelen.
Borstkanker in een vroeg stadium
Een kanker die zich niet buiten de borst of de nabijgelegen lymfeklieren onder de arm heeft verspreid.
HR (hormoonreceptor)
Eiwitten in en op borstcellen - die hormoonsignalen opvangen die de cellen vertellen dat ze moeten groeien. De term HR-positief (HR+) betekent dat de kankercellen van een vrouw gevoelig kunnen zijn voor en reageren op hormoontherapie (endocriene therapie).
Gen
De basiseenheid van erfelijkheid die in de meeste cellen van het lichaam wordt aangetroffen.
Genetica
De studie van de manieren waarop kenmerken (eigenschappen) via de genen van de ene generatie op de andere worden overgeërfd. Deze eigenschappen omvatten fysieke kenmerken (zoals oogkleur of het risico op een ziekte of medische aandoening) en gedragskenmerken.
Genomische test, ook wel genexpressie test genoemd
Een test die kijkt naar groepen genen en hoe actief deze zijn. Deze activiteit kan van invloed zijn op hoe een kanker waarschijnlijk gaat groeien en op de behandeling gaat reageren.
Genomica
De studie van complexe sets genen, hun expressie (niveau van activiteit) en hun effecten op de biologie.
HER2 (humane epidermale groeifactorreceptor 2)
Een eiwit dat voorkomt op de kankercellen van sommige borstkankers. Een vrouw wiens tumor een hoger dan normaal niveau van HER2 heeft, wordt als HER2-positief beschouwd. Een vrouw wiens tumor een normaal niveau van HER2 heeft, wordt als HER2-negatief beschouwd.
Hormoon(endocriene)-therapie
Algemene term om te verwijzen naar geneesmiddelen, zoals tamoxifen of aromataseremmers, die de productie of effecten van hormonen in het lichaam verminderen of reguleren.
Invasieve borstkanker
Kanker die vanaf zijn beginpunt is uitgezaaid naar het omliggende, gezonde weefsel in de borst. Dit is het type borstkanker dat het vaakst voorkomt.
Lymfeklieren
Kleine organen die onderdeel zijn van het lymfestelsel. Lymfeklieren onder de arm voeren vocht af van de borst en de arm. Tijdens de operatie worden enkele oksellymfeklieren verwijderd om het stadium van de borstkanker te helpen bepalen.
Lymfeklier-negatieve borstkanker
Borstkanker die niet is uitgezaaid naar de lymfeklieren.
Lymfeklier-positieve borstkanker
Borstkanker die is uitgezaaid naar de lymfeklieren. Aanvullende informatie over het aantal lymfeklieren waarin kanker is gevonden, wordt meestal verstrekt, net als de grootte van de afzetting in elke klier. Micrometastasen zijn kankercelafzettingen groter dan 0,2 mm maar niet groter dan 2 mm; macrometastasen zijn kankercelafzettingen groter dan 2 mm.
Voorspellende testen
Een voorspellende test beoordeelt de waarschijnlijkheid dat een kanker op een bepaald type behandeling zal reageren. Bij borstkanker in een vroeg stadium kan een voorspellende test worden gebruikt om die patiënten te identificeren bij wie het risico op recidief wordt verlaagd door chemotherapie toe te voegen aan de standaard hormoontherapie, en ook die patiënten die er geen voordeel uit halen.
Progesteronreceptor
Een eiwit dat op bepaalde cellen aanwezig kan zijn en waaraan progesteronmoleculen zich kunnen hechten. Deze cellen zijn over het algemeen gevoelig voor (reageren op) hormoontherapie (endocriene therapie).
Prognostische testen
Prognostische testen beoordelen het risico dat een kanker terugkeert (recidief) of zich verspreidt. De prognose kan ook worden beoordeeld aan de hand van klinische en pathologische kenmerken zoals de grootte en graad van de tumor.
Radiotherapie
Het gebruik van straling om kankercellen te vernietigen. Radiotherapie kan voor of na de operatie worden gebruikt en wordt soms gebruikt in combinatie met chemotherapie. Radiotherapie wordt gebruikt voor lokale behandeling van de kanker op de plaats van de kanker.
Secundaire (gemetastaseerde) borstkanker
De verspreiding van kanker naar andere delen van het lichaam en de vorming van een nieuwe tumor bestaande uit borstkankercellen.
Tumor
Een knobbel of gezwel. Een tumor kan kwaadaardig (kankerachtig) of goedaardig (niet kankerachtig) zijn.